Boeiende Van Harenslezing Peter Karstkarel
Door Marten Kuik
Op zondag 27 november hield Peter Karstkarel een interessante lezing over grafcultuur in Friesland. Hij kon hierbij putten uit zijn nieuwste boek ‘Dag, mijn lieve moeder’, een kloek boek met meer dan 1000 foto’s, die hij en zijn vrouw Klaske maakten van graven uit de hele provincie. De plaatjes bij zijn praatjes bezorgden het publiek menig moment van ontroering. Krapaan dertig mensen waren aanwezig bij deze lezing en ontdekten dat grafcultuur ’geen dooie boel’ is.
Karstkarel begon zijn verhaal met een plaatje van het grafmonument van de familie Limburg Stirum. Vlak daarnaast stond een kleine, eenvoudige gedenksteen met als tekst : ”Dag, mijn lieve moeder”, een ontroerend grafschrift zonder naam en datum, gewijd aan alle moeders die te vroeg gestorven zijn. Al gauw leidde Karstkarel zijn publiek naar de Van Harenskapel achter de kerk, waar in 1835 de laatste Van Haren werd bijgezet in de grafkelder onder de kapel. “Alleen in Akkrum is ook zo’n mooie aanbouw voor de doden.” De spreker voerde de aanwezigen langs de praalgraven van de rijken: De Camminga’s in Tjerkwerd, de familie thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg te Bitgum, de grafkelder van Vegilin van Claerbergen bij Joure. “Al die mannen heetten Wytse of Watse; deze heette Vegelin, dus dat was een Watse”, volgens Karstkarel. Joodse begraafplaatsen werden niet overgeslagen. Hij noemde die van Workum: helemaal apart en ommuurd en die van Leeuwarden: een grote ruimte bij de oude, algemene begraafplaats. Hij vertelde dat Joodse begraafplaatsen niet mochten worden onderhouden, noch ontruimd.
Materialen
Karstkarel besprak de materialen waar graven van werden gemaakt: hout, granito, marmer, baksteen, metaal, terracotta en walviskaak. Marmer lijkt het hardste materiaal, maar “het versuikert.” Het materiaal dat het langst goed blijft is granito, “dat spul waar ze vroeger de aanrechten van maakten.” Maar de familie Helder uit de buurt van Dokkum ligt geheel in stijl onder een bakstenen grafmonument. Hij was dan ook directeur van steenfabriek Oostrum.
Curiosa
In Appelscha vond hij een graf met daarop de namen van het echtpaar Rooks-Tabak. “Hoe zouden die aan hun eind gekomen zijn?” In Beetsterzwaag trof hij de begraafplaats van Jaap Schriemer. “Nooit klagen,” stond er op de steen. En in Burgum zag hij het graf van Maartje Lijk, die tijdens haar leven verkondigde: “Ik ben het enige lijk, dat nog rondloopt.” In Ballum (Ameland) woonde de zeeman Pieter Nobel. Zijn familie liet in zijn steen beitelen: “Laat varen zij die varen lusten. Ik heb gevaren en ga nu rusten.” In 1918 stierf op Vlieland als slachtoffer van de Spaanse griep een zekere Cornelis Gorter. Zijn nabestaanden schreven de volgende kinderklacht op zijn zerk: “Veel te vroeg reeds lieve Vader / Gingt gij heen. / Wij konden U zoo noode missen / Nu zijn wij zoo alleen.”
Personen
Karstkarel nam zijn publiek mee naar de graven van bekende Friezen: cabaretier Tetman de Vries in Bitgum, dammer Jannes van de Wal, Kor Ket, de musicus uit Leeuwarden, dominee Zelle in Lekkum en de communist Gerrit Roorda in Tijnje, met op zijn graf “Voorwaarts en niet vergeten.” Telkens met een leuke anekdote of een historische toelichting. In Herbayum rust de voddenkoopman/schilder Jopie Huismans. “Onder een simpele steen, gemaakt in een arm land, met behulp van kinderarbeid: dat zou Jopie zo niet gewild hebben!”
Drama’s
In 1944 vond er een bombardement plaats in de buurt van Beetgumermolen. Eén bom trof het huis van de familie Fokkema. De vier kinderen liggen naast elkaar op het kerkhof. En in 1960 stortte een Thunderstreak neer op de boerderij van de familie Postma. De hele familie – waaronder vier kinderen – kwam erbij om. Schipbreuk, zelfmoord van Joden in de oorlog, cholera epidemieën uit de negentiende eeuw: drama’s met onuitsprekelijk verdriet ten gevolge. De graven dragen de namen van de doden. In Sint-Jacobiparochie bevindt zich het verzetsgraf met hardstenen flambouw van Jan Kaper, omgekomen op 15 april 1945. En ook de oorlogsgraven, waarin negen geallieerden rusten. Het kerkhof van Vrouwenparochie is nagenoeg kaal. Op de begraafplaats van Foubuurt fotografeerde Karstkarel een stèle met daarop een levende atalanta, zich koesterend in de zon: zinnebeeld van de tijdelijkheid van het menselijk bestaan. Karstkarel schudde het ene na het andere verhaal uit zijn mouw, als een goochelaar zijn duif, en het publiek genoot van deze boeiende lezing.
De volgende Van Harenslezingen zijn op:
Zondag 15 januari: Margriet Brandsma; Angela Merkel
Donderdag 6 april: Rudolf Nammensma; Matthäus Passion.